Toespraak burgemeester Schouten

Toespraak burgemeester Carola Schouten

Srebrenica-herdenking 5 juli 2025 

 

Dames en heren, 

We zijn hier vandaag bij elkaar in stilte. 

In verbondenheid. 

En in diepe eerbied. 

 

Vandaag herdenken we de slachtoffers van de genocide in Srebrenica. 

We staan stil bij wat er 30 jaar geleden is gebeurd. 

Bij het onvoorstelbare onrecht dat plaatsvond in Europa, onder toeziend oog van de wereld. 

 

En terwijl we herdenken, spreken we niet alleen over een geschiedenis. 

Maar juíst over mensen. 

 

Want het waren geen getallen. 

Het waren geen cijfers in rapporten. 

Het waren 8372 mensen. 

 

Echte mensen. 

Mensen met namen. 

Mensen met gezichten. 

Mensen met dromen, met geliefden, met een leven dat van hen werd afgenomen. 

 

We mogen nooit wennen aan het noemen van dat getal. 

Want ieder van hen was iemands vader. 

Iemands broer. 

Iemands kind. 

Iemands liefste. 

 

Zoals de jongen aan wie een moeder uit het Dragi Moji-project nog steeds schrijft: 

 

‘Ik hou van je, mijn zoon. Bewaar een plekje voor mij naast jou in het paradijs, zodat we weer samen kunnen zijn als de tijden en werelden elkaar kruisen. Tot die tijd leef je voort in mijn ademhaling, in een hart dat lang geleden leerde verdriet om te zetten in gebed.’ 

 

Die woorden blijven bij me hangen. 

Omdat ze laten zien wat de genocide tot op de dag van vandaag doet. 

Niet alleen met degenen die het leven verloren, maar met degenen die door moeten leven zónder hun geliefden. 

 

Ik denk ook aan Elma. 

Een jonge vrouw die oorlogstrauma omzet in schilderijen. 

Een oorlog die ze zelf niet bewust heeft meegemaakt. 

Maar haar ouders en familie wel in Žepa. 

Ook dit stadje viel. 16 dagen na Screbenica.  

Elma geeft nu workshops over de kracht van verhalen. 

Ze helpt anderen woorden te vinden voor wat ze voelen. 

En ze laat zien dat je, zelfs als het je zwijgend is aangedaan, zelf kunt besluiten om te spreken. 

 

Elma is één van die 8372 verhalen. 

Verhalen over haar ouders, familie en zichzelf. 

Over de pijn, de angst, de ontreddering, maar ook de liefde. 

Vereeuwigd in kunst en verhalen. 

 

Ook denk ik aan Pamela die vorig jaar bij deze herdenking sprak. 

Ze vertelde hoe het voelde om als kind alles kwijt te raken.  

En toch haar waardigheid wist vast te houden. 

Hoe ze leeft met het gemis, maar ook met kracht. 

Met trots. 

 

Dát is waarom we herdenken. 

Niet alleen om stil te blijven staan in verdriet, maar om te erkennen wat er écht is gebeurd. 

En hoe het doorwerkt in het nu. 

 

Niet ‘ongeveer 8000’. 

Maar 8372 mensenlevens. 

Het was geen gewone oorlog binnen de grenzen van één land. 

Het was een gewapend conflict waarin ook buurlanden zich actief mengden en waarin een genocide plaatsvond. 

En wie er zijn vermoord; dat waren geen anonieme ‘moslimmannen’. 

Het waren Bosniakken. 

Mensen met verschillende overtuigingen, met verschillende levens, die één ding gemeen hadden: ze werden vermoord om wie ze waren. 

Het is belangrijk hoe we praten. 

Maar nog belangrijker is dat we blijven luisteren. 

Naar de mensen. 

Naar de gezichten achter de getallen. 

Naar de stemmen die nog steeds spreken. 

 

Want alleen als we dat blijven doen – blijven zien dat het om mensen ging – kunnen we recht doen aan hun herinnering. 

En kunnen we ons uitspreken tegen haat, uitsluiting en ontmenselijking; juíst ook vandaag. 

 

Laten we niet wegkijken. 

Laten we blijven vertellen. 

Laten we elk leven blijven eren. 

 

Voor de 8372 mensen. 

Voor hun geliefden. 

Voor de waarheid. 

 

Moge hun herinnering ons blijven raken. 

Moge hun gezichten blijven spreken. 

Moge hun namen nooit vergeten raken. 

 

Dank u wel.